Na maanden aan niks anders dan mezelf denken, aan mezelf werken en met mezelf zijn, is het moment aangebroken. De deuren van de zelfisolatiegrot gaan open en daar issie dan: de buitenwereld. Super leuk en fijn! Of toch niet?
Na ruim 4 maanden zelfisolatie begint de wereld weer langzaam op te starten. Het eerste terrasje is gepakt, het eerste hoofdgerecht besteld en de eerste kringverjaardagen zijn geweest. Het sociale leven komt weer terug. Hoewel ik in het begin heel erg uitkeek naar deze periode, is het toch best lastig weer terug te gaan naar het ‘oude normaal’. Tijdens de lockdown werd ik gedwongen aan mezelf te werken en een nieuwe balans te vinden. In die (soms) heerlijke isolatie kon ik zelf kiezen wanneer ik wat deed en welke tekening ik dit keer ging maken of welke serie ik uit ging spelen. De problemen vóór de lockdown vielen grotendeels weg en ik creëerde een soort nieuwe wereld voor mezelf. Ik begon vrede te krijgen met de enorme rust en het geweldige excuus om niet fysiek af te hoeven spreken met vrienden. ‘Ik vind het toch nog niet zo’n fijn idee, sorry’. Eigenlijk was ik gewoon sociaal uitgeput, maar toch wel fijn om zo’n excuus achter de hand te hebben!
Nu alle terrassen weer open gaan, we weer samen in de auto mogen en de NS denkt dat je met een mondkapje op gewoon naast elkaar kan zitten in de trein, is dat excuus helaas niet echt meer geldig. Sociale druk neemt toe en enthousiaste plannen komen al snel om de hoek zetten. ‘We kunnen gewoon weer terrassen!! Laten we maandag, woensdag EN donderdag naar het terras gaan!!’ Maar eenmaal op het terras merk je weer hoe die wereld nou eigenlijk was.
Ik was echt compléét vergeten hoe verschrikkelijk het soms kan zijn. Overal mensen. Overal lawaai. Blaadjes en vliegjes in je glas. Koude wind. Felle zon. Plakhanden van de zonnebrand. Serveersters die je niet (willen) zien. Kleffe nacho’s. Bestellingen die niet doorkomen. Het leven gaat niet over rozen… Het aller ergste vind ik dat je elkaar niet meer kan verstaan. Als muzikant heb ik al een gehoor van een 80 jarige, maar dat is nu echt niet meer te doen. Door de 30 meter afstand die tussen jou en persoon nummer 5 zit, kan je echt geen gesprek meer houden en ben je toegewezen aan de 2 mensen die toevallig het dichtstbij je zijn gaan zitten. Niet dat dat niet gezellig is, maar soms is een ander gesprek voeren ook wel fijn.
Al die terrassen en sociale afspraken vragen om een paar kwaliteiten die ik al een paar maanden niet nodig heb gehad: plannen en luisteren. Als ik niet oplet heb ik zo de komende drie weken vol staan met afspraken. Hoewel dat mega gezellig is, is het toch wel behoorlijk omschakelen. Ineens moet ik weer avonden in mijn agenda gaan zetten waarop ik geen afspraken mag plannen en moet ik gaan afwegen of ik die dag genoeg energie heb om te luisteren naar de ‘hoe was corona voor jou’-verhalen. Misschien moeten we gewoon collectief afspreken niet meer over ‘hoe lockdown voor jou was’ te praten en gewoon verder te gaan met waar we gebleven zijn: verhalen vertellen over al je domme (dronken)acties, hoe irritant muggen en fruitvliegen zijn, maar ook hoe dom mussen soms kunnen zijn en hoe ver 15 kilometer lopen wel niet is. Dat lijkt me nou echt een beter verhaal.