Het is het jaar 2020. Ik kan me nog goed herinneren hoe ik 15 jaar geleden ook in een dagboek schreef en hoe anders mijn problemen waren. Hoe ik me druk maakte over of ik volgende week woensdag wel kon spelen met die ene vriendin, of ik spierpijn ging krijgen van de training en of die ene leuke jongen mij wel zag staan. Al die problemen die toen zo onwijs groot waren dat de wereld wel kon instorten, lijken nu zo klein. Nu maak ik mij druk over mijn studie, social media, een pandemie en of de benzine weer duurder is geworden.
2020 was echt wel een gek jaar, lief dagboek. Aan het begin van het jaar zat ik in Praag voor een congres, hopende dat ik stage kon lopen bij Rutgers en uit mijn Nijmegen bubbel zou ontsnappen. Niet wetende dat ik na 2 weken op kantoor te zitten in Utrecht, de rest van mijn stageperiode op mijn kamertje in Nijmegen zou zitten. Videobellend met mijn collega’s die ik niet zo goed ken als gehoopt, af te vragen of ik niet beter weer mijn bed in kan duiken.
Corona viel me best wel zwaar, lief dagboek. Dit is niet hoe ik me 2020 voorstelde. Ik was van plan actief te worden bij mijn volleybal vereniging, mijn buitenland studie te regelen en door mijn stage te ontdekken wat ik wil met mijn leven. In plaats daarvan besloot dit jaar mij vooral met mezelf te confronteren. Ik verbaas me soms over hoe boos ik kan worden, lief dagboek. Hoe boos ik kan worden dat wij als jongeren steeds de zondebok zijn, terwijl ik niemand ken die zo is als zij beweren. Boos dat er zo weinig begrip komt uit de opgegroeide jongeren (lees: ‘volwassenen’) dat wij ook gewoon onze toekomst zien vervagen. Dat wij vereenzamen, isoleren en ons terugtrekken. Ik vraag me soms echt af of men doorheeft dat wij niet allemaal roekeloos en massaal aan het feesten zijn. Dat wij ons ook gewoon braaf binnen opsluiten en verstandig proberen te zijn. Dat men eigenlijk soms ook gewoon een voorbeeld aan óns kan nemen.
Ik zie zo veel pijn en woede om mij heen, lief dagboek. Niet alleen bij mezelf. Op werk zie ik ouderen vereenzamen en boos worden als je ze zegt dat ze te dicht bij elkaar zitten. Ik zie familieleden van de bewoners boos worden dat ze een mondkapje op moeten om hun eigen vader/moeder/opa/oma te beschermen. Ik kan er echt niet bij met mijn hoofd. Soms voelt het alsof de wereld besloten heeft de studenten zo snel mogelijk op te laten groeien en de volwassenen weer terug naar de pubertijd te gooien. Lekker boos worden op pap en mam die nieuwe regels verzinnen en maar denken dat je oud en wijs genoeg bent om je eigen keuzes te maken. Ineens moeten we weer thuis zijn voor de straatlantaarns om 20.00 uit gaan, moeten we binnen blijven en drie keer nadenken voor we iets ondernemen. Wat 2020 wel niet met je doet..
Maar misschien heeft 2020 me ook wel goede dingen gebracht, lief dagboek. Zonder corona was ik misschien wel nooit over mijn rij angst heen gekomen, was ik misschien niet eens met deze blog begonnen en was ik niet zo hard aan mezelf gaan werken. Soms ben ik best benieuwd wie ik was geweest als dit jaar niet zo was. Als ik niet zo met mezelf opgescheept zat. Als ik gewoon door was blijven hollen en mezelf was blijven overwerken met alle commissies en sociale activiteiten. Was ik dan net zo gelukkig en tevreden met mezelf geweest als nu? Had ik dan ook zo kostbare vriendschappen ontwikkeld als nu? Ik ben liever voor mezelf nu, lief dagboek. Ik sta steviger in mijn schoenen en ga minder snel discussies uit de weg. Wie weet komt het door de vele meningsverschillen de laatste tijd, misschien wel door alle boeken die ik in de zeeën van tijd heb kunnen lezen, misschien gewoon omdat ik weer een jaartje ouder word. Een beetje meer opgroei, een beetje minder kind word.
Ik weet dat het jaar nog niet voorbij is, lief dagboek. Maar het levensjaar is wel bijna voorbij. Ik hoop echt dat het volgend jaar beter wordt dan nu. Ik hoop dat een nieuwe leeftijd, een nieuwe start geeft. Eigenlijk hoop ik vooral dat ik (en iedereen om me heen) kind kan blijven in deze grote, boze, volwassen wereld. Dat ik het licht in de glitters van de sneeuw blijf zien en bladeren kan laten regenen tijdens de storm. Dat ik blij blijf, bijzonder blijf en vooral mezelf blijf.